Bart Kellerhuis
Bij Zecc werken de architecten vanuit drie grondbeginselen: wat gebouwd moet worden moet functioneel zijn, het moet ontwikkeld zijn vanuit duurzame principes en tegelijkertijd alle zintuigen prikkelen. Die drie uitgangspunten verenigen lijkt vaak een onmogelijke opgave, maar juist dat is de specialisatie van Zecc. Grounded Architecture noemen ze het, ofwel architectuur met een stevige basis.
Bart Kellerhuis, architect en directeur van Zecc architecten, praat over de samenwerking met Respace bij een gezamenlijk project: de Werkspoorfabriek.
“De werkspoorfabriek is een getransformeerd industrieel pand van 175 meter lang en vijfentwintig meter breed. Het is volledig opnieuw ingericht voor veertig, vijftig, ondernemers die hier nu een eigen plek hebben gekregen.
Die totale transformatie is wat hobbelig verlopen, maar ook heel inspirerend omdat we hier niet echt een programma van eisen hadden. Dus we hebben eigenlijk samen met de ontwikkelaar en de gebruikers de invulling bedacht gedurende de rit en dat is vrij uniek. Je moet daarvoor veel vertrouwen hebben in elkaar en het project.
We hadden een casco ontwerp gemaakt, dus dat betekent dat de hoofdlijnen vastlagen. Toen Respace bij het project kwam vin ik het direct heel interessant om modulair circulair te werken in een industriële omgeving die ook van zichzelf modulair is. Want het is een industriële hal met veel repetitie. Dus het past eigenlijk heel goed bij dit gebouw type, omdat het ook veel warmte inbrengt in een gebouw van beton en staal. We hadden elkaar ook nodig om dit allemaal mogelijk te maken. Wat dat betreft is heeft dit project heel veel teweeggebracht, ook qua wat we allemaal geleerd hebben.
Zo heb ik geleerd om op een andere manier na te denken over hoe je een ruimte zou kunnen invullen. Wat wij zelf dachten is om hier wel vloeren in te maken, maar dan eigenlijk veel meer gefixeerd, met staal en gipsplaten enzovoorts. Het motiveert wel echt om toch op een andere manier naar het gebouw te kijken en dat het aanpasbaar is in de toekomst. Dat viel samen met de behoefte in de markt, namelijk op een andere manier kijken naar hoe je grote ruimtes flexibel invult en circulair maakt. Dit laat een soort nieuwe tijd zien. Een soort combinatie van oude industrie naar een circulaire toekomst en dat versmelt hier heel mooi samen. Er zit de identiteit van het verleden in, maar ook die van een duurzame toekomst. Wij zijn geen theoretisch bureau, in de zin van dat we dat soort zaken allemaal optuigen. We passen het liever direct toe en dat konden we nu eigenlijk meteen doen, samen met Respace. Dat is wel een geweldige uitdaging.
Respace had niet zoveel ervaring met het plaatsen van deze units in een dergelijke ruimte. Wij hadden niet zoveel ervaring om een circulair interieur te plaatsen en daar gebruik van te maken. We vulden elkaar dus aan. Onze bouwkundige kennis hadden zij hard nodig en wij hadden eigenlijk de circulaire agenda en die kennis op dat vlak nodig. De kracht van Respace is dat zij al heel ver waren, we konden het meteen toepassen en het bleef niet slechts bij het idee hangen. Dus er was een enorme voorsprong, dankzij de hands-on mentaliteit. Waar het ook uitdagend wordt, is als oud en nieuw zich met elkaar mengen, dan heb je gedetailleerde oplossingen nodig die specifiek voor dit gebouw zijn. En die zijn dan ook meteen complex.

Tijdens de samenwerking moesten we een aantal dingen loslaten in het interieur, omdat Respace een deel van het interieur ook ontwierp. Wij wilden heel graag de plafonds behouden, de industriële plafonds. Maar dat betekent dat het doosje van Respace geen plafond had, met als nadeel dat je qua akoestiek en installatietechniek een uitdaging hebt. De impact van de samenwerking met Respace op ons werk was dat we echt ruimte moesten geven waar wij toch heel vaak in charge zijn bij dit soort trajecten. Dat had voor ons wel de grootste impact en tegelijkertijd was ik er ook enorm verrast over. Soms zagen we een bouwer die hier bouwkundig te werk ging, maar eigenlijk dacht: Wat moet ik hier nou precies mee, met deze manier van bouwen? Dus er zijn verschillende bouwculturen die aan één project samenwerken en die toch gezamenlijk een mooi project kunnen maken.
Een circulair karakter, dat je ziet wat er gemaakt wordt, dat het uitbreid baar is, dat het een warme uitstraling heeft en eigenlijk meteen klaar is voor gebruik. Wat ik in dit geval mooi vind is dat er transparantie is tussen de niveaus, dat zorgt ervoor dat mensen elkaar zien wat de samenwerking stimuleert. Respace heeft hier gebruik gemaakt van herhaling van het ontwerp. Als je een product herhaalt, kun je ook het niveau en de kwaliteit van het product verbeteren. Dus project na project, denk ik dat je meer leert en dat het product slimmer wordt. Bij auto’s heb je natuurlijk mooie details, maar dat komt omdat er 100.000 van gemaakt worden, maar met gebouwen is er vaak geen enkele hetzelfde. Hier kun je dus met herhaling van het product ook weer bijzondere eindresultaten te krijgen.
Bij het Respace-systeem zie je hoe het in elkaar zit, je ziet hoe het kan uitbreiden. Het is geen rocket science, terwijl er wel veel intelligentie achter zit. Dat maakt het voor mij een heel eerlijk product. Bovendien kun je ook goed zien hoe de details in elkaar zitten. Het hoeft letterlijk niet ingepakt te worden, wat ook weer allerlei troep op zou leveren. Wanneer je bouwt met gips en metaal, dan heb je buiten de containers vol liggen met allemaal rotzooi. Dat wil je eigenlijk niet. Dus het komt hier aan, je zet het in elkaar en je hebt nauwelijks restafval over.
Respace speelt heel erg in op de vraag en ook op de snelheid die achter die vraag zit. Er zijn projecten die je vrij makkelijk kan inrichten met dit product. En het zit er met name in dat bestaande gebouwen in combinatie met Respace ook specifieke oplossingen vergen, want dan heb je echt een architect nodig om dat goed item ontwerpen. De uitdaging voor ons als architect en ons architectenbureau is dat het een mooie balans is tussen bestaande bouw en de nieuwe invulling van Respace. Als je nu door deze ruimte loopt dan zie je de modulaire grids van Respace maar ook de modulaire grids van een gebouw dat honderd jaar oud is.
Het is wel het slimste om vanuit het modulaire systeem te blijven ontwerpen, want daarmee haal je eigenlijk het meeste rendement uit het project. Je moet vooral gebruik maken van het systeem dat je in handen krijgt en de mogelijkheden zijn best wel eindeloos op het moment dat je daar slim over nadenkt. Zo zou je Respace bijvoorbeeld ook voor woningen in kunnen zetten. Het project moet zich er wel voor lenen, maar Respace kan zeker een oplossing zijn voor bepaalde toepassingen als het gaat over het transformeren van grote ruimtes.
Er zijn nu veel grote gebouwen die leeg komen te staan, die je hiermee zou kunnen invullen als je maar voldoende verdiepingshoogte hebt. De hoogte is belangrijk, want als je denkt aan bestaande kantoren, die hebben niet allemaal de hoogte waar je comfortabel een hele unit inzet. Bovendien kun je heel snel schakelen, als je voldoende hout hebt liggen, dan kun je tempo maken. Dus het is bij uitstek iets voor deze tijd. Ook omdat je het bijvoorbeeld na tien jaar weer kan demonteren. Juist dat soort oplossingen hebben we nu nodig.
Er moeten zoveel woningen bij in Nederland, 300.000, maar wat voor woningen? Dat is eigenlijk heel complex. Je hebt tijdelijke oplossingen nodig om een piek in de vraag op te vangen. Dit soort producten, zoals het Respace-systeem, spelen eigenlijk heel goed in op die behoefte, want het is tijdelijk en permanent tegelijk.
Je ziet ook dat aannemers steeds meer afhankelijk zijn van onderaannemers en dit product heeft eigenlijk veel in zich om het integraal, in één keer, te kunnen realiseren. Dus dat maakt het in zekere zin ook minder complex. Ik denk dat dit systeem eigenlijk een permanente speler blijft. Het is nu heel vernieuwend, natuurlijk, maar je kan inspelen op de flexibiliteit. Je kan makkelijk in grote ruimtes bouwen, vrij snel, dus ik denk dat het een bouwmiddel blijft die je gewoon gaat inzetten op het moment dat je denkt: hier past het heel goed. Het is echt een nieuwe manier van van bouwen.”

Duurzaam
Hout is het enige materiaal dat CO2 opslaat.

Rendabel
Voordeliger dan bouwen met staal en beton.

Flexibel
Snel (re)monteren en gemakkelijk (her)indelen.

Ruimtelijk
Overspanningen zijn tot 7 meter breed en 3 meter hoog.

Snel
Korte doorlooptijden en direct inzicht in de kosten.

Circulair
In toepassing, systeem én materiaal.
Als je meer wilt weten
Vraag een vrijblijvende brochure aan
Vul hieronder je gegevens in om onze brochure te ontvangen. Helemaal vrijblijvend, want wij houden ook niet van addertjes onder het gras.
Mocht je nog vragen hebben, dan vind je in de brochure ook de contactgegevens van onze architect. Die staat je graag te woord!