De inspiratie voor de gedreven organisatie achter BOEi bloeide op in de jaren negentig: de interesse en waardering voor het industrieel erfgoed van Nederland namen toe. Dat was mede te danken aan de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, die in 1995 al het industrieel erfgoed zorgvuldig in kaart had gebracht. Hiermee ontstond ook de behoefte om op een professionele manier dit erfgoed te behouden. In een samenwerking met de Provincie Noord-Holland werd de Nationale Maatschappij tot Behoud, Ontwikkeling en Exploitatie van Industrieel Erfgoed opgericht, ofwel BOEi.
Sylvia Pijnenborg, adjunct-directeur BOEi en directeur Religieus Erfgoed, vat de hoofdpunten van het herbestemmingsproces samen.
“BOEi is betrokken in het hele proces van onderzoek tot realisatie. Eigenaren van kerken, overheden en ontwikkelaars, maar ook parochiebesturen en mensen uit de omgeving van een leegstaande kerk: allerlei doelgroepen melden zich bij ons. Het herbestemmen van een kerk is geen gemakkelijk proces, zeker niet als het gaat om een katholieke kerk die veel restricties heeft. Bovendien zijn de ontwikkelingskosten hoog en beperkt een eventuele rijksmonumentale status de mogelijkheden. Het is niet zo dat de herbestemming van kerken ontzettend populair is als je het vergelijkt met de herbestemming van pakhuizen, ketelhuizen of fabrieksgebouwen.
Er is meer aanbod tegenwoordig, maar of de vraag gestegen is naar specifiek cultureel erfgoed of monumentale gebouwen is lastig te zeggen. De vraag naar vastgoed in het algemeen is gestegen en daarmee ook de vraag naar bijzondere monumentale gebouwen.
De manieren waarop een kerk of cultureel erfgoed herbestemd kan worden is erg afhankelijk van veel factoren zoals de wensen van de eigenaar, de locatie en het object. Onze ervaring is dat wanneer er veel cohesie in een buurt is, vaak in dorpen, dat mensen dan eerder spreken over ‘we moeten iets met die kerk’. In steden ligt het anders, op een gegeven moment weten mensen misschien niet eens dat een bepaalde kerk leegstaat. Het hangt er dus vanaf of de kerk nog leeft in de omgeving, is dat namelijk het geval dan wordt er eerder nagedacht over een nieuwe functie op maatschappelijk en sociaal gebied. Is de deur al langer dicht en er komt een makelaar aan te pas, dan is er eerder sprake van een een herbestemming in de vorm van een kantoorpand, restaurant of woning. Maar vaak trekken potentiële kopers zich terug omdat de doorlooptijd van bestemmingsplanprocedures lang zijn en een onzekere afloop kennen. En dat terwijl een nieuwe eigenaar wel substantiële kosten moet maken voor de uitwerking van plannen.
Idealiter wordt de omgeving betrokken bij een herbestemming, maar de animo daarvoor is per regio heel verschillend. Maar ook overige partijen zijn van belang. Als de wethouder iets ziet in een herbestemmingsplan, dan zal er vanuit de gemeente meer moeite gedaan worden dat plan te realiseren. Binnen kleinere gemeenten is het echter zo dat er vaak weinig ervaring en expertise is op dit gebied. En bij een herbestemming moet ook vaak een bestemmingsplan gewijzigd worden.. Al met al een proces waarvoor je een lange adem moet hebben. We kunnen eigenlijk nooit op voorhand de kans op slagen van een herbestemming inschatten.
We zien veel herbestemmingen voorbij komen en hebben we zelf inmiddels ook al veel gerealiseerd. In beide gevallen moet er echt gekeken worden naar waar er behoefte aan is en of er een markt voor is. Hierbij zijn de kosten voor de herbestemming van groot belang en moeten realistisch begroot worden, en niet te vergeten: de staat van de kerk of het gebouw. Daar wordt wel vaak aan voorbij gegaan. Alles voor de binnenkant wordt ontworpen, maar ook de buitenkant heeft onderhoud of restauratie nodig. Dat kan later anders voor onverwachte (hoge) kosten zorgen. Een ander belangrijk aspect in zo’n herbestemmingsproces is dat sommige gebouwen een monumentale status hebben en dat brengt beperkingen mee. Daarom moet je zorgvuldig ontwerpen op basis van de cultuurhistorische waarde en overleggen met de gemeente of de rijksdienst voor cultureel erfgoed.

Duurzaam
Hout is het enige materiaal dat CO2 opslaat.

Rendabel
Voordeliger dan bouwen met staal en beton.

Flexibel
Snel (re)monteren en gemakkelijk (her)indelen.

Ruimtelijk
Overspanningen zijn tot 7 meter breed en 3 meter hoog.

Snel
Korte doorlooptijden en direct inzicht in de kosten.

Circulair
In toepassing, systeem én materiaal.
Als je meer wilt weten
Vraag een vrijblijvende brochure aan
Vul hieronder je gegevens in om onze brochure te ontvangen. Helemaal vrijblijvend, want wij houden ook niet van addertjes onder het gras.
Mocht je nog vragen hebben, dan vind je in de brochure ook de contactgegevens van onze architect. Die staat je graag te woord!